Wat is de beste KPI om media te meten?
Gepubliceerd op 27 12 2018In onze Brand Growth-studie gerelateerd aan media, hebben we gesproken met meer dan 50 CMO’s. Zij waren ontevreden over de data gebruikt voor media-optimalisatie, wat leidde tot de ontwikkeling van een nieuwe KPI door DVJ: de Reality Performance Score (RPS), die alle media vertegenwoordigt.
Uitdaging van de klant
Marketeers vertrouwen vaak op uitgaven en GRP’s voor mediaplanning, maar deze methoden zijn beperkt, vooral met digitale media waar GRP’s bijna afwezig zijn. Dit resulteert in analyses die niet altijd bruikbaar zijn voor effectieve mediaplanning.
De casus
Uitgaven en GRP’s houden geen rekening met geheugeneffecten en creatieve kracht. Het is cruciaal om het gecumuleerde gewicht van alle media te begrijpen en in analyses en modellen te integreren.
De aanpak
DVJ heeft RPS ontwikkeld, een innovatieve maatstaf voor mediacontacten die het werkelijke aantal contacten met consumenten vertegenwoordigt. RPS evalueert alle media op basis van de mogelijkheid voor engagement en kijkt naar het vervaleffect van reclamegeheugen. Deze KPI integreert ook de kracht van media en is het eerste algoritme dat de totale som van alle media vertegenwoordigt.
Maar wat kan je doen met de RPS?
De RPS biedt inzicht in de kracht van relaties met alle relevante marketing KPI’s en maakt een effectievere mediaplanning mogelijk. Het helpt bij het definiëren van de meest effectieve adverteerders, campagnes, of media, en adviseert over optimale uitgaven.
Is het echt beter om de RPS te gebruiken?
Een meta-analyse bevestigt de superioriteit van RPS over traditionele maten zoals uitgaven en GRP’s, met een significante relatie tussen RPS en diverse marketing KPI’s.
De resultaten
De studie toont aan:
- Geen significante relatie tussen uitgaven en adverteren.
- Zwakke relatie tussen GRP’s en marketing KPI’s.
- Een sterke en significante relatie tussen RPS en marketing KPI’s.
Voordeel voor de klant
Deze studie bewijst dat RPS, als nieuwe KPI, superieur is aan traditionele maten zoals uitgaven en GRP’s en biedt een nieuw perspectief voor effectievere campagneplanning. Het benadrukt ook de inefficiëntie van constante aanwezigheid (‘always on’), die vaak neerkomt op ‘always off’, en onderstreept het belang van doelgerichte mediaplanning.