Prijsinflatie zorgt voor angst, frustratie en forse besparingen
Gepubliceerd op 11 11 2022Het is geen geheim dat de kosten van levensonderhoud de afgelopen maanden enorm zijn gestegen. Door de oorlog in Oekraïne en de stijgende tarieven voor fossiele brandstoffen en grondstoffen is de verwachting dat de hoge inflatie in Europa voor langere tijd aanhoudt. Een eerdere prijsinflatie studie in juni gaf inzicht in de emotionele impact en het veranderende consumentengedrag. Om de impact op de huidige situatie beter te begrijpen, is vervolgonderzoek gedaan onder 3.337 mensen in zes Europese landen: Het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Nederland, Zweden, Noorwegen en Denemarken. Onder Nederlanders heerst een gevoel van angst en frustratie. Naast impact op hun financiële situatie, beïnvloedt de prijsinflatie ook hun mentale gezondheid en hun relaties met familie en vrienden.
Gevoelens van angst, boosheid en frustratie
Consumenten zijn emotioneel geraakt door de huidige prijsinflatie. Waren Nederlandse consumenten vier maanden geleden nog redelijk relaxt, nu beïnvloedt het hun dagelijkse leven, financiële situatie en mentale gezondheid. Duitsers, Nederlanders en Engelsen maken zich nu niet alleen zorgen, maar voelen ook angst, boosheid en frustratie. 18% van de Nederlanders en Britten voelt zich slachtoffer van de crisis, dat is iets minder dan de Duitsers en Zweden (22%). Dit is in lijn met de inflatiecijfers: De prijsinflatie is met 14,3% het hoogst in Nederland, gevolgd door Zweden (10,8%), Duitsland (10,4%), het Verenigd Koninkrijk (10,1%) en Denemarken (10%). Noorwegen heeft op dit moment de laagste prijsinflatie (6,9%). Source: Trading Economics.
Nederlanders besparen vooral meer op leuke dingen
Bijna 60% van de Nederlanders ervaart de invloed van de prijsinflatie op hun persoonlijke financiële situatie en past uitgaven noodgedwongen aan, 14% ervaart ernstige financiële problemen. De verschillende Europese landen weten inmiddels beter hoe met de inflatie om te gaan en passen andere besparing technieken toe om de inflatie het hoofd te bieden in vergelijking met drie maanden geleden. Noren en Denen zijn meer “pragmatische spaarders”, zij geven de laatste maanden met name minder geld uit aan dagelijkse boodschappen en kleding. Nederlanders zijn vooral “vrijetijdsspaarders”, zij bezuinigen nu meer op leuke dingen zoals uitjes, vakanties en sociale activiteiten door vooral minder vaak weg te gaan of tripjes uit te stellen. In het algemeen zijn de Scandinavische landen meer “slimme spaarders”, zij leveren meer dan andere Europeanen uit het onderzoek in op elektronica, sport en cadeaus.
De inflatie treft alle inkomensgroepen in gelijke mate, hoewel de lagere inkomensgroepen er meer onder lijden. De meeste slimme, pragmatische en vrijetijdsspaarders zijn ouder dan 55 jaar, terwijl de jongere generatie wordt getroffen in hun sociale leven en het als grootste uitdaging ziet om te bezuinigen op verzekeringen en wonen.
Waar gaan we de komende zes maanden vooral op besparen?
Veruit de gemakkelijkste en meest waarschijnlijke categorie waarop de komende zes maanden nog meer bezuinigd zal worden, is het bestellen van eten. Dit geldt voor alle landen uit het onderzoek. 31% van de Nederlanders geeft aan daar minder aan uit te gaan geven en noemt dit de nummer 1 om op te besparen. Proberen te bezuinigen op gas/water/elektriciteit staat bij Nederlanders en Denen hoog opde lijst. In de top 4 van geplande besparingen van Nederlandse consumenten staat op nummer 3 het terugdringen van uitgaven van boodschappen. We denken dit te gaan doen door over te stappen op huismerken (58%), te kiezen voor goedkopere alternatieven, prijsaanbiedingen te vergelijken en te besparen op luxeproducten (55%), en te letten op reclames (54%). Als nummer 4 zeggen Nederlanders minder kleding/schoenen/accessoires te gaan kopen of aankopen uit te stellen (42%); Een kwart van hen laat weten meer gaan vergelijken en meer te letten op reclames.
Verantwoording onderzoek DVJ Insights
Het onderzoek wordt uitgevoerd onder 3.337 personen van 18 jaar en ouder in Duitsland, Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Denemarken, Noorwegen en Zweden. Dit aantal is nationaal representatief. Bovendien is gebruik gemaakt van een representatieve steekproef naar geslacht en leeftijd. Op basis van deze methode van steekproeftrekking kunnen we stellen dat de uitkomsten de mening van deze vijf landen representeren, zoals deze was op het moment van meten.
Meer inzichten?
Het rapport met meer resultaten van het onderzoek op het gebied van emotie, financiën en hoe mensen omgaan met de huidige inflatie is hier te downloaden.