15 verschillende kenmerken rangschikken

Onderzoek is een vak dat door experts zou moeten worden uitgevoerd. De grootste dreiging voor snel en kostenefficiënt onderzoek is dat de kwaliteit er bijna altijd onder leidt. DVJ wil dat onderzoek goed blijft. Zelfs wanneer het snel en kostenefficiënt is. Hierom delen we voorbeelden van fouten en best practises in de markt. We delen onze bevindingen en mogelijke oplossingen. Door deze tips te volgen kunnen we onderzoek beter maken. Deze keer is het de beurt aan Research Expert Marieke Kooiman.

“Meten is weten” zoals we dat in het Nederlands zeggen. Ik werk nu twee jaar in marktonderzoek en vind onderzoek doen echt belangrijk. Vanwege mijn beroep en interesse vul ik regelmatig vragenlijsten in. Niet alleen om onze branche te ondersteunen, maar ook om in mijn eigen nieuwsgierigheid te voorzien.

Zonder onze panelleden zijn we verdwaald en daarom is het van cruciaal belang om deze leden betrokken te houden. Betrokken bij de onderzoeksgemeenschap en betrokken bij het invullen van vragenlijsten.

Helaas zijn vragenlijsten niet altijd gericht op het behouden of vergroten van betrokkenheid. Ik kwam onlangs zo’n voorbeeld tegen, dat hieronder is weergegeven. Mijn motivatie om door te gaan met het invullen van deze vragenlijst nam dramatisch af.

Figuur 1

Het doel van de vraag is om verschillende kenmerken van een nieuwe baan/ werkgever te rangschikken op hoe belangrijk je ze vindt. Door items zo te rangschikken, is het voor respondenten moeilijk om een eenvoudig overzicht te krijgen van hun eigen ranking.

Dit kan gemakkelijk worden voorkomen met een veel visueel aantrekkelijkere opstelling. Zie onderstaand voorbeeld. Een respondent kan de belangrijkste items naar een van de nummers aan de rechterkant slepen. Deze opzet maakt het makkelijker om de vraag te beantwoorden. Bovendien zullen de gegevens betrouwbaarder worden, aangezien de respondenten onmiddellijk hun eigen rankingoverzicht te zien krijgen. Ze kunnen reflecteren op bepaalde items binnen de ranglijst en misschien veranderen.

Figuur 2